Oost-Groningen deel1

Oost-Groningen deel2

Oost-Groningen deel3

Oost-Groningen deel4

 

Vaarroute Oost Groningen deel 3

 

 

Ter hoogte van Veelerveen is er een speciale brug waar ik veel mensen over hoor zeggen dat hij ongelijk is en dat hij te laag is. Het betreft de Veerlerveensterbrug. Het is een speciale brug, omdat hij in drieën gebouwd is. Dit wil zeggen: drie wegen komen boven het water bij elkaar. Om de maximale doorvaarthoogte van de brug te gebruiken ( 2.50 meter ), kunt U het beste gelijk stuurboord van de rode verticale palen passeren. Velen passeren de brug tussen de rode onder de brug aangebrachte ronde schilden. Daar is er inderdaad een hoogteverschil.

Vanaf Veelerveen heet het kanaal het Verenigd- of B.L. Tijdenskanaal. Ter hoogte van het plaatsje Veelerveen zijn er een paar passantenplaatsen om te overnachten. Hier zijn geen faciliteiten.

Vanaf het B.L. Tijdenskanaal gaan we het Veendiep op. Dat begint met het een zelfbedieningssluisje. Het Veendiep is een soort brede sloot met aan voor ons bakboordzijde een bosrand en aan stuurboordzijde de schitterende typerende uitzichten van dit unieke gebied. Het is een van de mooie parels die Groningen aan vaarwater rijk is. Hier vaar je weer dwars door een prachtig stukje bos. Voor het passeren van een boot is af en toe weinig ruimte. Maar met beleid kan er erg veel.

Heel verrassend zien we aan bakboord een grote jachthaven aan deze sloot liggen. Zomaar in het niets.

Natuurlijk, mijn mening is gekleurd. Maar het gebied van Ter Apel tot en met het Veendiep vind ik het mooiste van heel Groningen. De verscheidenheid aan landschappen, afgewisseld door de mooiste vennetjes die middenin de bossen liggen. De bomenrijen langs de bolle gewasvelden, het is een prachtig schouwspel waar wij geen genoeg van kunnen krijgen.

Vanaf het Veendiep varen we de Westerwoldse Aa op. Wij gaan verder in noordelijke richting. Ook kunnen we nog een stukje in zuidelijke richting. Dat stukje Westerwoldse Aa gaat tot het plaatsje Wedde. Daar is precies plaats voor een bootje om aan te meren, maar ook zijn er plaatsen in Wedderveer.

De Westerwoldse Aa is een brede rivier. De bruggen in de route zijn 2.50 meter hoog. Op de hoge dijken langs het water zien we kudde's schapen lopen. Zij houden het gras mooi kort.

De kronkelende rivier volgend, komen we ter hoogte van Klein Ulsda bij de eerste beweegbare brug. Het is goed te weten dat de pauze hier tussen de middag 2 uur lang is. Een uur langer dan normaal. Dat geldt voor de bediening van alle kunstwerken aan de Westerwoldse Aa.

Bij Nieuwe Schans komen we aan bij de brug onder de Rijksweg A-7 door. Hierna komen we bij een houten brug met een doorvaarthoogte van 2.50 meter en een lage draaibrug. Tussen de beide bruggen is een aanmeersteiger van ongeveer 60 meter lengte.


Bij het verlaten van Nieuweschans komen we bij de draaibrug. Daarna is er nog een lage spoorbrug. De bediening van de drie bruggen wordt gedaan door één persoon. Op de houten brug staat vermeld waar we ons moeten melden. Ik leg de boot maar aan en ga op zoek naar de bedoelde persoon. Op het vermelde adres vind ik de brugwachter. " De brug wordt direct bediend ", wordt mij gezegd. Als ik bij de boot terug ben, komt de brugwachtster er al aan om de eerste brug te bedienen.

Snel daarop kunnen we verder richting de lage draaibrug. Het is een brug die deel uit maakt van een drukke provinciale weg. We moeten hier even wachten, wat verband houdt met de vertrektijd van de trein. Als de brug vlak voor de vertrektijd zou worden bediend, kunnen er mensen hun trein missen. Dat willen we niet op ons geweten hebben. Wij hebben vakantie en alle tijd aan ons zelf.

Dan gaat het gebeuren. Ik zie hoe de brugwachtster de slagbomen sluit en vervolgens naar het midden van de brug loopt. Met zichtbaar veel moeite wordt de brug omhoog gewerkt. Vervolgens kan met bovenmenselijke inspanning de brug worden gedraaid. Bij het kijken naar dit schouwspel krijg ik kippenvel bij het idee dat dit meerdere keren op een dag zo moet. Nooit van een ARBO-wet gehoord, denkt de ambtenaar in mij. Afijn; we varen rustig door de brug, zodat de brugwachtster even op adem kan komen. Een paar honderd meter verder is de spoorbrug. Ik was al bang dat ik de brugwachtster naar huis moest dragen. Het valt gelukkig mee dit keer. De spoorbrug is volledig elektrisch bediend. Lachend nemen we afscheid.


We varen hier in het gebied van de grote herenboeren. Hier staan boerderijen in het land, waarin je een complete tennishal zou kunnen herbergen. De landerijen die om de boerderij staan, liegen er ook niet om. Ik ben niet lui van aard. Maar ik ben blij dat ik hier niet hoef te ploegen. Nou zal dat niet meer met schepje hoeven zoals bij mij thuis, maar toch.


Zelfs het water is hier groot. We varen op de grens van Nederland en Duitsland. Als ik netjes stuurboord wal vaar, vaar ik in Duitsland. Anders vaar ik in Nederland.

Ver tevoren zien we het al opdoemen. De grote sluis en het gemaal van Nieuwe Statenzijl torenen hoog boven de horizon uit. Een half uur later zullen we er zijn. We leggen aan net voor de sluis aan een keurige grasweide. Er kunnen hier diverse boten liggen, maar het is er eigenlijk altijd rustig.

In Nieuwe Statenzijl is weinig te doen en toch is het zeer aantrekkelijk om er te zijn. Wat hier telt is de pure natuur. De uitzichten over de Dollard. Je kan hier Emden en Delfzijl zien liggen. Ook komt er een heel lange fietsroute voorbij Nieuwe Statenzijl.

Het is de Internationale Dollard Route. Die is echter voor de meer serieuze fietsers. Voor ons is er een heerlijk tochtje naar Nieuweschans. Heen gaan we door Nederland en terug door Duitsland.

's Avonds voor de zonsondergang loop ik nog even naar het vogelhuis. Dit huis staat ongeveer 500 meter buitendijks. Er loopt een smal kronkelig paadje door het riet naar het hoge houten huis toe. Eenmaal binnen, kunnen we aan alle zijden van het huis kleppen openen om naar buiten te kunnen kijken.

Op het moment dat ik er zit, is het laag water. Met hoog water is het vogelhuis waarschijnlijk niet zonder natte voeten te bereiken. Ik kijk uit over het gedeelte van de Dollard wat droog valt. In de twee uur dat ik er zit, zie ik vanuit Duitsland een boot naderen. De boot komt door de kronkelende vaart mijn kant op. Ik hou van de natuur. Maar ik geniet ook van de naderende boot onder het prachtige avondlicht.

We liggen nu heerlijk voor de sluis. Maar we willen naar Termunterzijl. Omdat de volgende vaart er één is over zout water, moet ik eerst wat uitleggen. Speciaal voor degenen die binnen het watersporthuwelijk wel eens woorden hebben over het varen over zout water :

Daar ben ik er namelijk ook één van. Niets is mij vreemd. Ook mijn vrouw stond en staat niet te springen om over groot ( zout ) water te varen. Toch is het mij gelukt om haar enthousiast te krijgen over het maken van deze reis. Toch een klein winstpuntje.

 

 
Hoe en wanneer varen we over de Dollard?
 
 

Vanaf onze route bij Nieuwe Statenzijl willen we naar Termunterzijl varen. Bij Nieuwe Statenzijl gaan we de sluis uit, dat is duidelijk. Maar hoe zit dat met de stroom? Wanneer moet ik uitvaren als ik zo veilig mogelijk over wil? Hoeveel wind is verantwoord? Heb ik genoeg ervaring om dit soort vaartjes te maken?

Het zijn allemaal vragen waar we graag een antwoord op willen voordat we aan zo'n klein avontuur beginnen.

Bij gemiddeld laag water staat bij Nieuwe Statenzijl aan de zoute zijde, in het midden van de geul, nog ongeveer 1.20 meter water. De bootjes in de buitenhaven liggen dan helemaal op het slik. Daar aanleggen is dus geen optie. Vanuit de sluis kan er dus alleen maar direct worden uitgevaren.

De sluiswachter is aanwezig van 09.00 uur tot 17.00 uur. Ook deze man wil graag even eten tussen de middag.

In de openingstijden kunt u hem altijd even vragen wanneer u het beste varen kan.

Hij zal u altijd voorzien van een goed advies.


Als U over de hoge sluis heen richting de Dollard kijkt, ziet U aan bakboordzijde van de vaart staken staan. Aan stuurboordzijde ( ten oosten ) van die staken ligt een geul van 30 tot 60 meter breed. Deze geul kronkelt een paar kilometer tussen de droogvallende zandplaten door. Als u vanuit Nieuwe Statenzijl vertrekt, houdt u de staken aan bakboord. Als u de aangegeven route goed volgt en de afstand van de staken op een meter of 8 houdt, loopt u zeker niet vast. Als U de laatste staak gehad heeft, ziet U de eerste kegelvormige groene boei al liggen. Ook deze boeien houdt U gewoon aan bakboord. Gekomen bij boei nummer 1, bent U bij de haveningang van Termunterzijl. Deze haven ingang bestaat uit een ongeveer 600 meter lange bebakende geul. De bakens staan op een wand van stenen. Deze wand ligt bij half tij nog onder water. Als u met hoog water bent uitgevaren, vaart U nu op de volle stroom. Omdat de haveningang haaks op de stroom ligt, doet u er goed aan om eerst hoog op te varen richting de ronde groene boei. Van daaruit kunt u dan richting de ingang. Deze problemen zijn vermoedelijk helemaal voorbij, want de verbouwing van de ingang van de haven en de aanleg van het nieuwe gemaal van Termunterzijl zijn inmiddels een feit. Ook het aantal beschikbare passantenplaatsen is, na de herindeling van de haven, gestegen.

Als stelregel kunt u aanhouden dat er van hoog water, tot drie uur daarna, goed kan worden uitgevaren. U vaart dan met de stroom mee, terwijl er meer dan genoeg water staat. Ga liefst met een zuidelijke wind, maximaal kracht 5. De wind komt dan vanaf het land, zodat de golven geen lengte hebben om te groeien. Denk er om dat wind tegen de stroomrichting in, grotere golven geeft.

Over de ervaring die benodigd is voor dit soort vaarten, moet eenieder uiteraard zelf beslissen. Een beginnend watersporter zal ik het niet willen aanraden. Ik denk dat het voor uw eigen veiligheid belangrijk is dat u het schip waarmee gevaren wordt, goed kent.

Als u echter uw boot volledig in de hand hebt, vaker op stromend water heeft gevaren en weet wat een getijdetabel is, zie ik geen enkel bezwaar om zulke tochten te ondernemen.

Ook voor mij was er een eerste keer om de stap te doen. Het was ongeveer het kleinste getij-tochtje wat je maar kunt voorstellen. We vaarden van Delfzijl naar Termunterzijl. Ik sprak van tevoren met een oude rot in het vak, zoals je die op iedere haven wel vindt. Die gaf mij de juiste adviezen. Zo zijn we goed overgekomen. Nog steeds vraag ik bij onbekende wateren op stroom om informatie die voor mij van belang kan zijn. Zo kom je nooit voor verrassingen te staan.

 

 

 
 
Termunterzijl
 

Toppunt van schoonheid is het idyllische Termunterzijl. Vanouds is het een vissersplaats. Er wordt nog wel op garnalen gevist, maar het mag niet in vergelijk staan met zoals het eens was. Ook de visafslag is er helaas niet meer. Wat wel gebleven is, is de typische sfeer van een vissersplaatsje. Zo liggen er altijd nog garnalenschepen in de haven. Die komen ook zo nu en dan met de vangst binnen. Altijd een mooi schouwspel. Verder is er eigenlijk niets en toch trekt dit dorp een ongekend aantal toeristen. En ik snap heel goed waarom. Wat is er leuker dan de mooie ouderwetse haven te bezoeken en even over de dijk van het bijzonder fraaie uitzicht over de Eems te genieten. Als toetje kan men een perfect stukje vis eten in één van de gespecialiseerde restaurants. Wat wil een mens nog meer.


Om vanaf het zoute water van de haven van Termunterzijl te komen, is er de nieuwe sluis.

 Eerder was er slechts een enkele sluisdeur die open kon als het peil van het zoute water gelijk was aan het peil van het zoete water. Dat was altijd bij laag water. Dat is dus twee keer per dag. Aangezien er altijd één buiten de openingstijden valt, kan er één keer per dag worden " gesluisd ".De bediening moest worden aangevraagd bij de sluiswachter.

Ook op het zoete water zijn een aantal aanlegplaatsen.

Er is een kanaalverbinding gegraven vanaf de Oosterhornhaven met het Termunterzijldiep. Op deze wijze wordt de Oostroute met het Damsterdiepcircuit verbonden. 

 

 
 
Teksten en foto's : René Wessels ( Kopierechten 1999-2012 )

 

Oost-Groningen deel1

Oost-Groningen deel2

Oost-Groningen deel3

Oost-Groningen deel4